Softwaregigant Microsoft neemt de maker van het populaire spel Minecraft over voor 2,5 miljard dollar, omgerekend 1,9 miljard euro. Wat is de winst voor Microsoft?

Dat Microsoft en Mojang, de maker van Minecraft, in vergevorderde onderhandelingen waren, lekte vorige week al uit. Nu is de deal beklonken, maakte het softwarebedrijf uit Redmond maandag bekend.

Minecraft is een soort virtuele Lego-wereld waarin je zelf huizen en steden kunt bouwen. Het spel werd in 2009 ontwikkeld door de Zweed Markus Persson en wordt geëxploiteerd door het bedrijf Mojang, waarvan hij mede-eigenaar is.

Ondanks het gegeven dat de graphics erg blokkerig zijn, is het spel enorm populair. Dat komt met name door de enorme vrijheid die spelers hebben om te bouwen wat ze maar willen. Architectonische hoogstandjes als de Golden Gate Bridge en het stationsgebouw in Groningen zijn nagemaakt met de virtuele Lego-blokjes. Minecraft is inmiddels uitgegroeid tot een online gemeenschap die in sommige opzichten doet denken aan Second Life, de virtuele wereld die ruim vijf jaar geleden een hype was.

Bijna twee miljard euro is een hoop geld voor een spelletjesbedrijf dat maar één hit heeft. Wat is de gedachte van Microsoft achter de overname? Vijf redenen.

1. Cash buiten VS aanwenden

Net als veel andere Amerikaanse bedrijven, heeft Microsoft bakken met geld buiten de Verenigde Staten geparkeerd. Dat heeft een belastingtechnische reden.

Amerikaanse ondernemingen hoeven geen belasting te betalen over buitenlandse inkomsten, zolang ze het geld maar buiten de VS weer uitgeven. Willen ze de inkomsten toch terughalen, bijvoorbeeld om dividend uit te keren, dan vangt de fiscus 35 procent van die opbrengsten, minus de belasting die al is afgedragen in het land waar het geld is verdiend.

Volgens de recentste opgave heeft Microsoft een cashvoorraad van 92,9 miljard dollar buiten de VS. Door het daar te laten heeft het bedrijf naar eigen zeggen bijna 30 miljard dollar aan belasting bespaard.

Wat moet je met die berg centen als je ze niet kan investeren in eigen land? Overnames in het buitenland doen is een optie. Dat deed Microsoft al met Nokia, en dezelfde redenatie ligt ten grondslag aan de overname van Mojang.

2. Mojang is kerngezond

In de spelletjeswereld is Mojang een uitzondering. Met een klein team weten de Zweden een hoge omzet en winstmarge te genereren.

Gebruikers moeten direct betalen voor downloads op de pc, een spelconsole of mobiel apparaat, maar dat blijkt geen groot obstakel. Vorig jaar harkte Mojang 226 miljoen euro binnen, bij een nettowinst van 92 miljoen euro. Dat komt neer op een nettowinstmarge van ruim 40 procent. De winst lag 150 procent hoger dan een jaar eerder en de omzet 38 procent.

Vijf jaar na de lancering is Minecraft dan ook nog altijd zeer winstgevend. Ter vergelijking. De maker van de game Candy Crush Saga, King Digital, boekte afgelopen jaar een omzet van 1,9 miljard dollar. Fors meer dan Mojang, maar dit bij een nettowinst van 568 miljoen dollar. Dat komt neer op een 10 procent lagere winstmarge van ongeveer 30 procent.

Bovendien werken er bijna 700 mensen bij King Digital, tegen 40 bij Minecraft-uitgever Mojang. Anders gezegd: de omzet per werknemer ligt bij Mojang bijna drie keer zo hoog als bij de maker van Candy Crush Saga, die inmiddels een beursnotering heeft.

3. Games zijn nog steeds een speerpunt

Sommige analisten hopen al jaren dat Microsoft de Xbox-divisie van de hand doet, zodat het concern zich beter kan richten op zijn belangrijkste en meest winstgevende producten: Windows en Office. Om een sterke positie op de consolemarkt te veroveren heeft Microsoft miljarden moeten investeren, die het nu langzaamaan terugverdient. Maar een vetpot à la de iPads en iPhones van Apple zal het waarschijnlijk nooit worden.

Microsoft’s nieuwe topman Satya Nadella was echter zeer duidelijk in zijn interne memo over de toekomst van het bedrijf. In de hedendaagse mobiele wereld zijn spelletjes veruit de grootste categorie, gemeten naar tijd en geld. Dat klopt: we spelen vooral spelletjes op smartphones en tablets.

Met een succesvolle titel als Minecaft kan Microsoft het kwakkelende Windows Phone een duw in de rug geven. Minecraft is nu alleen beschikbaar op Android en iOS. Ook kan het een reeks jonge fans binden aan de spelcomputer Xbox One, die bepaalt geen denderende start kent.

Minecraft blijft beschikbaar op alle platformen waar het nu aanwezig is, zo verzekerde Microsoft. Maar het is denkbaar dat bijvoorbeeld in de toekomst speciale edities van het spel uitkomen voor Windows Phone of Xbox.

4. Licenties voor speelgoed, films en boeken

Minecraft is het stadium van ‘slechts een spelletje’ net als Angry Birds-maker Rovio — al lang voorbij. Het Zweedse bedrijf heeft een deal gesloten met een uitgever voor een handboek, met Lego voor speelgoed en Warner Brothers voor een film. Die licentiedeals vertegenwoordigen inkomsten.

Daarnaast is Minecraft een uitstekende manier om kinderen wegwijs te maken in velerlei onderwerpen: van taal, architectuur tot programmeren. Microsoft krijgt met het bouwspel een omgeving in handen die centraal kan staan in het onderwijs, waarbij het geld kan verdienen aan het leveren van de bijbehorende software en boeken.

5. Nieuwe generatie programmeurs trekken

Eén van de kritieken op Microsoft is dat het een hele generatie programmeurs niet aan zich heeft weten te binden na de vette jaren negentig. Slimme jongeren die zich thuisvoelen op het web en in de opensource-gemeenschap, lieten de maker van Windows grotendeels naast zich liggen.

Microsoft heeft dan misschien een slag gemist, met Minecraft kan de softwaremaker een nieuwe generatie codekloppers lokken. Ongeveer 20 procent van de Minecraft-spelers is jonger dan 15 jaar, terwijl ruim twee vijfde bestaat uit 15- tot 20-jarigen. Een dergelijk jong publiek heeft nog geen duidelijk beeld van Microsoft. Wat beter dan hun favoriete spel te kopen en in positief daglicht komen te staan bij het programmeertalent dat over enkele jaren gaat studeren?

Bovendien is Minecraft een aantrekkelijke omgeving om de basisprincipes van programmeren onder de knie te krijgen. Vanuit de visuele omgeving kunnen whizkids makkelijk de overstap maken naar echt programmeren, zoals Simon Bisson schrijft op CiteWorld. Microsoft heeft daar zelf al software voor in huis, zoals Project Spark en Kodu.

Die 2,5 miljard dollar kan weleens de opmaat zijn voor miljoenen nieuwe Microsoft-ontwikkelaars. En dan valt de prijs reuze mee.